Mijn eigen plekje
De eerste lesweek zit er op. Het waseen week vanimproviseren en kennismaken.Het verzuimpercentage is groot, maar dat schijnt gebruikelijk te zijn. Alles samen valt het leiden van deze school niet mee. Ik begin natuurlijk nog maar net, dus dat is te verwachten. Vanafnu wil ik het echte programma gaan doen. Ik moet het thema 'naar school'voor de kleuters nog uitwerken. Ik breek mijn hoofd daar nog het meest over, want ik weet het minst van dit niveau. De ouders zeiden echter dat het goed gegaan was, want iedereen kwam met een grote lach op het gezicht naar buiten.
De directeurstaken zijn op het moment erg veel. Gelukkig zijn het schoolplan en de schoolgids al klaar. Het materiaal isnog niet op orde. Het is dus veel zoeken naar wat is er beschikbaar? Waar liggen de materialen? Waar zouden de missende pagina’s uit de boeken zijn? Wat moeten de kinderen allemaal doen en welk gedeelte hoeven zij niet te doen? Het gaat er om dat zij zo goed als het kan zoveel mogelijk Nederlandse taal leren in drie uur per week. Eigenlijk willen ze het liefst alles wat een Nederlands kind ook krijgt aan taal, spelling, begrijpend lezen, woordenschat en technisch lezen. Om die tien uur in drie uur gepropt te krijgen, moet ik dus heel effectief werken. Daarvoor zou het handig uitkomen als ik wat meer ervaring had, maar dat heb ik niet, dus ik moet het er gewoon mee doen. Af en toe stel ik mijn vragen aan de vorige leerkracht. Ik heb een Skypegesprek gehad wat veel ophelderde, maar ik blijf dingen tegenkomen waar ik geen weet van heb. Ik kan in ieder geval aan de slag met nieuwe thema's maken voor de kleuters, jaarplanning maken, weekplanning maken en dagplanningen maken. Ook de cultuurdagen moeten georganiseerd worden.Dat wordt nog een puzzel om alles in 40 weken te proppen en toch ieder kind op zijn eigen niveau te laten werken. Ik vertel mezelf dat ik er voor hebgeleerd, dus het wel goed moet komen. Als beloning ben ik over een jaar enorm ervaren.
Ondertussen probeer ik ook een leven buiten de school op te bouwen. Ik ben op zoek gegaan naar een plek voor mezelf met huisgenoten. Ik heb een eigen kamer gevonden met een eigen badkamer in een huis voor buitenlandse studenten. Zo noemde ze mij ook, dus ik verwachtniet alleen studenten.We wonen volgens mij met acht personen hier in een groot huis. Er is een mooie houten schutting, wat ook een poort en garagedeur is. Daarna loop ik door de afgesloten tuin, naar de voordeur en kom ik binnen. We delen een ruime woonkamer en een ruime gesloten keuken. Ik vind het zelf een mooi huis. Een brede houten trap leidt naar de overloop. Deze is niet overdekt, maar ergens in de lucht hangt er een golfplaten dak. Daaronder zit ook een smal wenteltrapje. Daar is dan eindelijk, naar vier sloten gehad te hebben, mijn kamer. Het klinkt misschien niet zo, maar mijn kamer is erg licht, netjes en ruim.
Er is op deze etage ook een dakterras en nog een trap naar boven die leidt naar een gedeelte waar je kleding op kunt hangen. Daar is er nog een ladder naar boven om op het dak te komen. Daar ben ik nog niet geweest. Overigens is er slecht één student hier, de rest werkt. De leeftijden zijn erg verschillend, maar met de mensen van mijn eigen leeftijd kan ik al goed opschieten.
De overdekking mis ik ook helemaal niet, want eigenlijk regent het in Lima bijna nooit. Het heeft een woestijnklimaat, maar toch is het ijskoud. Het is winter en er hangt een nevel die de lucht zo vochtig maakt dat het ijskoud wordt. Ik merk de gevolgen hiervan vooral bij het drogen van mijn haar. Dat duurt wel drie uur voordat het droog genoemd mag worden. Ik wilde een föhn gaan kopen, maar om daar nou €100,- aan uit te geven is ook wel zonde. Ik denk bij wel meer dingen dat ik het beter uit Nederland mee kan nemen.
Zondag 15 augustus regende het verrassend genoeg. In Nederland noemen we dat motregen afgewisseld met wat miezeren, maar hier is het regen. Ik kon direct merken dat Lima hier niet op voorbereid is. Er is nergens afwatering in de straten. Op dat moment liep ik bij de Larcomar (winkelcentrum aan de boulevard) waar er veel mensen gingen dweilen. Dit hielden ze de hele avond vol. Droogloopmatten zijn er nergens, het winkelend publiek zorgt er zelf voor dat het verspreid wordt in de winkels. Ik ging naar de bioscoop waar het wel heerlijk droog was.
Op het moment van schrijven heb ik hier twee nachten geslapen. In deze dagen is mijn woordenschat Spaans al wat toegenomen. We zijn met zijn viertjes gaan picknicken bij de Malecon (Boulevard). Onderweg daarheen kom je wel een handvol mini-supermarktjes tegen. Alles staat vol getast, maar ze hebben alles, terwijl het niet groter is dan een garage. De prijs is daar iets goedkoper dan in de normale supermarkt. Bij de Malecon kan je ook heerlijk skaten, fietsen, wandelen en mijmerend over de oceaan kijken. Overal staan tropische bomen en planten. Het hele jaar hier bloeien er overal bloemen. De parken die er zijn, zijn anders dan Nederland. In Nederland kennen we de bomen, het gras, de fonteinen en de paden tussendoor. Hier noemen ze wat straatjes met trapjes, standbeelden, kunst en een boom een park. Het is mooi, maar als ik dan een park zie wat ik op een park vind lijken, dan hebben ze er geen naam voor en valt dat gedeelte gewoon onder de Malecon. Daarnaast leer ik Peruaanse gerechten kennen. Eén jongen in het huis en zijn vriendin doen allebei een kookopleiding aan de Universiteit. Zij komen uit Ecuador en spreken goed Engels. Van hen leer ik typische gerechten eten en bereiden. Ook de drank hier is niet mis mee. Zelfs daar stoppen ze extra limoenen en kruiden in. Limoenen gebruiken ze voor alles en iedereen slaat er een voorraad van in. Ze zijn iets kleiner dan in Nederland, maar veel goedkoper. Ze eten hier sowieso meer fruit, het is hier gemakkelijker te verkrijgen en daarnaast veel goedkoper. Alleen dingen die geïmporteerd moeten worden, kosten veel geld.
Om terug te komen op mijn vorige blog over de dure handdoeken. Textiel maken ze zelf, maar dat is voor de export. Daardoor is het in Peru alsnog duur. Niet alles is dus goedkoper.
Er kan in Miraflores op sommige plekken goed gefietst worden, dus zodra ik me wat bekender voel met de omgeving en het weggebruik, wil ik ook een fiets aanschaffen. Dan kan ik op de fiets naar de school in San Isidro in plaats van de taxi. Er rijden zo'n 100.000 taxi's rond in Lima. Enerzijds een overschot, anderzijds precies genoeg in de spits. Het hoge aantal is nodig omdat slechts 3 op de 10 mensen een eigen auto hebben. De taxi kost ongeveer 8 Soles per rit., behalve als je een extra veilige wil, die moet je opbellen en kost twee maal zoveel. De meeste chauffeurs willen er standaard15 van mij, maar ik laatniet met me sollen en ik moet een beetje brutaal zijn, dusgeef iker nooit meer dan 10 voor deze rit. Dat is nog steeds weinig natuurlijk. Maar ik kan het ook uitsparen en bewaren voor mijn anderhalve maand vakantie in de zomer (dec-febr). De chauffeur doet wel alles voor zijn passagier. Hij laadt alles in en uit. Hij brengt het zelfs driehoog binnen. Hij verwacht wel dat ik de weg zelf weet. Lima is groot en je moet hem vertellen waar hij het adres kan vinden. Het is genoeg als je een kruising op grote straat doorgeeft met het bijbehorende nummer. Elk cuadro (block) heeft een eigen nummer.Ik heb me laten vertellen, dat ditis opgebouwd vanuit het Spaanse systeem. Iedere straat is verdeeld in blocken (net als New York). Deze blocken zijn genummerd. De lengte van iedere blockis overalongeveer hetzelfde. Het nummer geeft het eerste nummer van het huisnummer aan. Huisnummers zijn altijd in honderdtallen. Dus huisnummer 345 is te vinden op quadro 3 van die staat. De meeste straten heten Avenida en dan volgt ereen belangrijke naam. Om dit in het Spaans uitgelegd te krijgen, was even een worsteling, maar deze kennis maakt het reizen heel veel gemakkelijker. Mocht je de weg niet weten, dan vraagt de chauffeur het aan iedere voorbijganger of schreeuwt iets naar een andere chauffeur door de altijd opengedraaide taxiramen.
Een ander vervoersmiddel is de bus. Dezekost slechts 1,20 Soles van mijn huis naar school. Deel dat door 3,2 en dan heb je de prijs in euro’s. De bus is dusheerlijk goedkoop, maar het is extra voorzichtig zijn op je spullen. Altijd alles in het zicht houden. Mijn rugzak gaat op mijn buik en mijn mobiele telefoon houd ik niet in mijn zak. De zitplekken zijn snel vergeven en tijdens de spits tussen 18:00 en 19:30 is het proppen. De buschauffeur rijdt en er is een bijrijder. Je moet de bus laten stoppen wil je erin of eruit. Terwijl je net je voet op de drempel zet, begint hij te rijden. De bijrijder roept bij iedere stop alle haltes om waar hij langs gaat komen. Dat roepen is eigenlijk meer schreeuwen. Hij hangt daarbij half uit de bus en slaat dan de deur dicht. Vervolgens wurmt hij zich door de opgehokte passagiers heen en gaat langs iedereen die net ingestapt is om geld te vangen. Om eruit te gaan, duw je jezelf richting de deur en roept hard iets als ‘Bagga bagga’. Ondertussen moet je stevig vasthouden, zodat je niet valt bij het tien keer optrekken of keihard remmen binnen een halve minuut. Ik heb het nog niet geprobeerd, maar wellicht is alles zo vol, dat je niet eens om kan vallen. Het is een ervaring op zichzelf. Geen nood als je de bus mist, er komt vanzelf een nieuwe. Wanneer?.. dat weet niemand, want een schema is er niet. Maar vast niet langer dan tien minuten.
Foto’s van mijn belevenissen zullen binnenkort volgen.
Reacties
Reacties
Hoi lydia. Leuk verhaal. Andere wereld hé dan breda. Ik hou je verhalen bij.ik zit nu bij de sail amsterdam ook mooi. Groetjes bar
Ha Lydia, leuk om te lezen over je belevenissen. Echt een heel andere wereld. Fijn dat je zo'n gezellig huis gevonden hebt en succes met alles! Je kunt het! Hier begint mijn laatste weekend van de vakantie, volgende week weer aan de bak. liefs Eline
Fijn te lezen en kijken hoe je woont voelt en leeft.
succes verder.
groetjes van mij
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}